<i>"The Name of Our Country is América" - Simon Bolivar</i> The Narco News Bulletin<br><small>Reporting on the War on Drugs and Democracy from Latin America
 English | Español | Portugués | Italiano | Français | Deutsch | Nederlands August 15, 2018 | Issue #43


Making Cable News
Obsolete Since 2010


Set Color: blackwhiteabout colors

Print This Page

Search Narco News:

Narco News Issue #42
Complete Archives

Narco News is supported by The Fund for Authentic Journalism


Follow Narco_News on Twitter

Sign up for free email alerts list: English

Lista de alertas gratis:
Español


Contact:

Publisher:
Al Giordano


Opening Statement, April 18, 2000
¡Bienvenidos en Español!
Bem Vindos em Português!

Editorial Policy and Disclosures

Narco News is supported by:
The Fund for Authentic Journalism

Site Design: Dan Feder

All contents, unless otherwise noted, © 2000-2011 Al Giordano

The trademarks "Narco News," "The Narco News Bulletin," "School of Authentic Journalism," "Narco News TV" and NNTV © 2000-2011 Al Giordano

XML RSS 1.0

Indianen : wakeres van de wereld

Marcos: We komen vragen of u (rarámuri-indiaan) ook voelt dat de waker die zorg moet dragen voor Moeder Aarde aan het sterven is


Door Murielle Coppin
De Andere Journalistiek en de Andere Campagne in Chihuahua

9. november 2006

Sisoguichi, Chihuahua: In de tuin van het parochiehuis van Sisoguichi en met de bergen van de sierra Tarahumara op de achtergrond, kwamen Delegado Zero en een honderdtal Rarámuri’s en voorzitters van verschillende sociale organisaties bijeen. Na een Rarámuri-ceremonie en een groet aan het kruis te hebben bijgewoond, volgde Marcos de pas van de indianenleiders rond het kruis en vormden zij een rij om de overige Rarámuri-indianen en enkele vertegenwoordigers van sociale organisaties te groeten die naar hier gekomen waren om hun problemen te uiten. Marcos bedankte de Rarámuri-gemeenschap voor de hartelijke verwelkoming in een eerste korte speech en nam zijn plaats in naast Juan Guillermo die hem de vertalingen van het Rarámuri naar het Spaans in de oren fluisterde. De Sub luisterde aandachtig, nam nota en nam afscheid in een emotionele toespraak waarin hij de eerste conclusies trok over zijn reis door het Panistische noorden, de streek die het meest produceert en het dichtst aanleunt bij de quasi Eerste Wereld waarin het indiaanse volk volledig onkend en gemarginaliseerd wordt.

“We zijn Zapatisten-indianen, indianen uit Chiapas, we leven in de bergen waar de rijke ons naartoe duwde en waar hij ons vergat. Het leek alsof de rijke ons vergeten was. Hij bezat de goede gronden en wij bezaten enkel stenen, leed en dood. Wij dachten dat wij daar voor altijd zouden leven, de rijke aan één kant, ver van ons, en wij vergeten in een uithoek. Maar wat we nu zien is dat de rijke niet blij is met wat hij heeft en dat hij nu ook onze bergen en onze armoede wil en daar geld wil uit slaan. Hij maakt er koopwaar van om het te kunnen verkopen.


Fotos: D.R. 2006 Murielle Coppin
Vroeger was het water niet te koop, nu is het koopwaar. Vroeger waren de bomen niet te koop, nu zijn ze koopwaar. Vroeger was de lucht niet te koop, nu is het koopwaar.

Ons idee als indianen is dat Hij die de wereld maakte, in elk deel, in de zee, de rivieren, de vlakten en de bergen een waker heeft geplaatst, iemand die er voor moet zorgen dat de wereld verderleeft en blij is; en deze wakers zijn de indianenvolkeren.

Er zijn indianendorpen aan zee, aan de rivieren, in de bossen, in de bergen en in de woestijn om voor hen te zorgen. Onze taak, die Hij die de wereld schiep aan de indianenvolkeren gaf, is voor de Aarde te zorgen opdat ze nooit zou sterven.

Wanneer de indianenvolkeren zorg dragen voor de aarde dan is de wereld blij. Dan is de lucht blij en reist hij van de bergen naar de zee. Het water is blij en geeft leven. De herten zijn blij en rennen van de ene naar de andere kant. Af en toe zijn zij vlees voor onze tafel. De bomen groeien blij en soms zijn ze sprokkelhout voor ons huis.

Nu zien we dat het water opgesloten zit en dat enkel de rijke de sleutel heeft. De indiaan is het water waarvoor hij moet zorgen kwijt; de bomen zijn triest want ze worden gedood en de rijke neemt ze mee om geld te verdienen. Aan zee groeien de huizen van de rijke en verdwijnen die van de indiaan. Het hert verstopt zich in de grot en huilt omdat deze wereld niet de wereld is waarin hij is geboren. In dit land wordt hij vervolgd als de indiaan.

Nu zien we dat het water opgesloten is in een huis en enkel de rijke heeft de sleutel. De lucht die vrij bewoog is nu opgesloten in grote ventilatoren om elektriciteit te maken, maar het licht gaat niet naar het huis van de indiaan maar naar dat van de rijke. De vogels kunnen niet meer vrij vliegen in de lucht, want nu zijn er ventilatoren om licht te maken voor de rijke. Overal waar de rijke komt, koopt hij alles, zet hij alles om in geld en is hij bezig de wereld te vernietigen. Dit alles zien wij: de aarde waarvoor wij moeten zorgen is aan het sterven. Dit is wat wij, Zapatistenindianen, denken en daar in onze bergen vertelden ze ons het verhaal van hij die de vijand overwon door wie hij is, door zijn verzet en door niet op te geven: de Rarámuri.

De zapatisten stellen zich vragen. Ze zenden ons hierheen om aan de Rarámuri-indiaan te vragen of hij ook zo denkt, of hij ook ziet dat de wereld aan het sterven is, en of hij ook ziet hoe de blanke koopwaar maakt van hout, van de aarde, van het water en van de dieren. Voelt hij ook dat de waker die over de aarde moet waken aan het sterven is? Dat komen wij vragen.

Ze zonden ons om te luisteren, niet om te praten. Ze maakten van ons hart een doosje om de woorden van de Rarámuri in te bewaren. Ze maakten van ons hart een zakje om in deze morralita (een Indiaans tasje) de woorden van de Rarármuri mee te nemen, omdat men in andere streken zijn pijn en strijd zouden leren kennen. Om tot aan het huis van de Rarámuri te komen, kwamen we van heel ver en van alle kanten. We vonden ander indiananenvolkeren op onze weg, wakers over de wereld, net als wij.

We kwamen aan in Baja California en vonden Oaxaca, Dezelfde staat Oaxaca die we vroeger hebben gekend, vonden we in Baja California, dezelfde kledij, dezelfde taal, cultuur, pijn, ver van hun land, vechtend omdat de rijke hen uitbuit, hij ontneemt ze alles wat ze hebben.

We kwamen bij de Kumiai-indianen en we zagen dat ze verdeeld zijn door de regering. De families zijn aan het sterven. De Kumiai-indiaan dacht dat hij alleen was, maar we zeiden hem: ‘Je bent niet alleen.’

We gingen naar de Cucapás-indiaan. We vernamen dat hij enkel kan leven door te vissen, maar als hij dat doet, is het een misdaad en stoppen ze hem in de gevangenis. Ze nemen hem zijn vissersboot en zijn visvangst af. Hij kan niet leven, want ze stoppen hem in de gevangenis. Als hij niet kan werken dan zal de Cucapás uitsterven. Hij dacht dat hij alleen was maar we zeiden hem: ‘Je bent niet alleen.’

We kwamen aan bij de Odame-indiaan in Sonora. Zij vertelden ons dat zijn land verdeeld is door een grens. Aan de ene kant hebben ze te doen met de gringo (noord-Amerikaan), aan de andere met de Mexicaan. Hij zegt dat zijn land gebruikt wordt als een vuilnisbelt voor het vergif dat de rijke er stort. Hij zegt dat de gringo dit vergif niet op zijn land wil en stortte het in dat van de indiaan. Hij dacht dat hij alleen was, maar we zeiden hem: ‘Je bent niet alleen.’

We gingen naar het land van de Seri-indiaan, aan de oevers van de zee. Hij leeft er heel armtierig, in kartonnen huizen zonder drainage. De rijke heeft hun eiland ingenomen en wil er een hotel bouwen. De Seri-indiaan dacht dat hij alleen was, maar hij we zeiden hem: ‘Je bent niet alleen.’

We gingen naar het land van de Yaqui-indiaan en hij vertelde ons dat ze zijn land aan het afnemen zijn en dat is alsof ze zijn arm afrukken of zijn hart uitrukken. De rijke ontneemt hem zijn land en als zij zijn land afnemen dan doodt hij de Yaqui. De Yaqui dacht dat hij alleen was, maar we zeiden hem: ‘Je bent niet alleen.’

We beklommen de bergen van de Pima, het land dat uitgebuit wordt door drugsbaronnen en veehouders, waar er geen mais meer gezaaid wordt maar pure mala hierba (onkruid, versta drugs). Er wordt niet meer verbouwd om te eten, maar enkel en alleen om het vee van de grootgrondbezitter te voederen. De Pima dacht dat hij alleen was, maar we zeiden hem: ‘Je bent niet alleen.’

We daalden af naar het land van de Mayo, en de Yoreme-indiaan vertelde ons dat het water in een put zit die enkel opengaat voor de rijke en zijn land. Voor het land van de arme blijft die gesloten. Zijn land sterft en het land van de rijke bloeit. De Yoreme dacht dat hij alleen was, maar we zeiden hem: ‘Je bent niet alleen.’

Nu zijn we aangekomen in het land van de Rarámuri en horen wij zijn leed: de bomen sterven, de herten worden vervolgd. We horen dat in dit land verzet heerst van degene die zich niet laat overwinnen en kijkend vechten, en wij komen zeggen dat het volk van de Rarámuri niet alleen is. Wij zijn er ook.

Wij willen je woord heel ver meenemen, omdat ze niet overal de pijn van de Rarámuri kennen: hoe ze je hout en gronden stelen en hoe ze je water vergiftigen. We willen de woorden van de Rarámuri ver weg meenemen.

We weten dat de grote televisie en de grote kranten niet over de Rarámuri spreken, ze komen foto’s nemen, en tonen hoe mooi hij is, hoe mooi hij sterft, maar ze hebben het niet over de ware woorden van de Rarámuri.

Het is niet de eerste keer dat we naar het land van de Rarámuri komen. Later zullen mijn leiders komen, de Zapatistenindianen. We zijn niet alleen gekomen, maar samen met onze broeders van het Nationeel Indiaans Congres, onze broeders náhuatl, huichol, purépecha en pima. Zij houden het woord levend. Met hen zijn we één, we zijn niet alleen. Er zijn ook mensen van andere kleuren, van andere delen van de wereld. Zij hebben camera’s en microfonen mee. Hun strijd is de woorden van de Rarámuri, de yaqui, de purépecha, de huichol, de pima, de mayo, del cucapán, del ódame en van alle indianenvolkeren te verspreiden. We weten dat hoewel ze geen indianen zijn, velen voelen pijn.

Wat we hier in het land van de Rarámuri horen, zullen we ver meedragen. Wat we horen is als een veroveringsoorlog tegen de Rarámuri, wat vroeger het Spaanse leger was, zijn nu de wetten van de Rijke, de politici, degene die wetten maken om de bergen, de bomen te doden, die wetten maken om volkeren te verdelen, om de gronden van de ejidatarios, de comuneros te ontnemen; degene die wetten maken die de drugbaronnen ten goede komen, die wetten maken om de gevangenissen van Chihuahua te vullen met de Rarámuri, omdat zij arm zijn, degene die stelen en doden zijn de gouverneur van Chihuahua en de Mexicaanse president.

Uw woord vertelde ons dat de regering geen zorg draagt voor de natuur. De regering doodt. De regering die zorg zou moeten dragen voor de bomen, het water en de lucht, geeft de rijkede toelating de natuur te doden. Dit zagen we hier en in alle indiananedorpen in het noordwesten van Mexico.

Maar ze vertelden en toonden ons ook hoe ze vechten om de bomen, de herten, de grond en het water te verdedigen. Ze toonden ons de strijd dat ze aan leveren zijn.

Wij, de Zapatisten, en onze broeders van het Nationaal Indianencongres, de alternatieve media, de organisaties van de burgerlijke maatschappij die met ons in de karavaan trekken, de vrouwen, mannen, jongeren, kinderen en ouderen van het hele land, wij noemen ons de Andere Campagne.

We zijn ons aan het verenigen en we willen een akkoord bereiken met alle arme volkeren van ons land, allen die vernederd, uitgebuit en overspoeld worden door de rijkeen zijn regering.

De Andere Campagne is geen gevecht, we komen geen ander woord brengen. De Andere Campagne is de strijd van de Rarámuri en van hen die hen vergezellen. Onze strijd is de strijd voor het land in de bergen van de Sierra Tarahumara, voor de bomen en het water, voor allen die in waardigheid willen leven. De Andere Campagne is geen gevecht. Het is niet het Andere. Het is jullie eigen strijd maar jullie zijn nu niet meer alleen maar verenigd met anderen.

We willen jullie vragen door te gaan verzet te bieden. Ga door met strijden, maar niet meer alleen, niet meer elk voor zich, maar samen. Verenig jullie met de Pima, de Yaqui, de Odame, de Cucapá, de Purépecha, de Nahuátl en de mesties (half indiaan, half blank) die uitgebuit is, met de vrouw die vervolgd wordt, met de arbeider die vernederd wordt, met de oudere die misprezen wordt, met de kinderen die misleid worden, met allen die het slecht hebben in ons land dat wij willen veranderen.

We willen dat jullie je al strijdend verenigen, dat jullie ons steunen en dat wij jullie steunen in jullie strijd. Dat willen wij.

Wat we willen met de Andere Campagne is ons verenigen: degenen die uitgebuit worden op het werk, misprezen worden als de indianen, onderdrukt worden door de regering. Laten we ons allemaal verenigen en wanneer we allemaal verenigd zijn, doen we de slechte regeringen vallen: Reyes Baeza, Fox, Calderón en alle andere bedriegers die komen vertellen wat de Rarámuri moeten doen terwijl de Rarámuri zelf hun eigen lot moeten bepalen en wij, de Zapatisten, zullen jullie steunen.

Wanneer we de slechte regeringen hebben doen vallen en de rijke van ons land hebben verjaagd, zal de aarde opgelucht zijn, zullen de bomen weer groeien, zullen de herten rennen en zal de Rarámuri in de bergen van de Sierra Tarahumara in vrede kunnen leven en zullen we vredig kunnen sterven en zullen we kunnen zeggen dat we zorg hebben gedragen voor de wereld, dat we die gered hebben, dat we leven omdat zij die na ons komen ook zouden kunnen leven.”

Share |

Click here for more from The Other Journalism with the Other Campaign

Discussion of this article from The Narcosphere

Narco News is funded by your contributions to The Fund for Authentic Journalism.  Please make journalism like this possible by going to The Fund's web site and making a contribution today.


- The Fund for Authentic Journalism

For more Narco News, click here.

The Narco News Bulletin: Reporting on the Drug War and Democracy from Latin America